Turah

Turah

Je hebt van die stadjes waar de tijd niet aardig voor is geweest. Plaatsen die ooit ongekend mooi waren en welvaart kenden, maar die door het verstrijken van de tijd zijn veranderd in ruïnes. Ze zijn nauwelijks nog herkenbaar voor iemand die zo’n stad in zijn hoogtijdagen heeft gezien. Het zijn vage schimmen geworden van dat wat ooit was. Plekken waar niemand graag lang rondhangt.

Turah is een stadje dat tot deze categorie steden behoort. Het was ooit een gezellig en druk handelsstadje, dat het vooral van reizigers moest hebben. Turah was namelijk het laatste stadje aan de rand van een immense woestijn. Mensen en andere wezens die het waagden om de woestijn over te steken, sloegen in Turah altijd proviand in voor de grote oversteek. Of ze kwamen uitgeput na een lange tocht door de woestijn in Turah aan, om in één van de vele herbergen te overnachten en weer op krachten te komen. Een goudmijn dus voor verkopers en herbergiers.

De stroom reizigers eindigde vrij abrupt, toen de familie Adalgar (daar heb je ze weer) hun oorlog naar de Bovenwereld verplaatste. Turah lag van de ene op de andere dag op een route voor troepen die marcheerden en vernietigden. De doorsnee reiziger besloot om via andere routes te gaan reizen en dat betekende de doodsteek voor Turah. Het stadje raakte in verval en de natuur kreeg vrij spel. Door de jaren heen werd de stad door de natuur terug geclaimd. Klimop, onkruid en andere wilde planten erfden de stad.

Turah is een stadje dat tegenwoordig nog steeds wordt vermeden door reizigers die zichzelf als verstandig beschouwen. Toch ken ik een paar mensen die waarschijnlijk maling hebben aan wat andere reizigers doen of vinden. Een groepje ongeregeld dat zomaar in Turah terecht zou kunnen komen. En of ze wel of niet verstandig zijn, is ook iets wat nog openstaat voor discussie.

Jan