Luchtspiegelingen

Luchtspiegelingen

Woestijnen zijn gevaarlijke plaatsen, ook in het boek. Net als de meeste woestijnen in onze wereld, zijn het kilometerslange zandvlaktes waar het overdag ondraaglijk heet kan worden en waar de temperatuur ‘s nachts tot ver onder het vriespunt daalt. En er is verder ook vrij weinig te beleven, afgezien van reizigers die spoorloos verdwijnen.

De woestijnen in Gevleugelde Duisternis zijn ook niet helemaal verlaten. Er zijn wezens, die in de volksmond Woestijnbewoners heten, die leven van reizigers. Letterlijk. Het zijn roofdieren en aaseters, die zich schuilhouden in ondergrondse stelsels en zich razendsnel kunnen verplaatsen in los zand.

Aan water heb je dus niet genoeg als je een woestijn wilt doorkruisen. Je moet ook tot de tanden toe bewapend zijn en niet achteraan hebben gestaan toen de hersenen werden uitgedeeld.

De reiziger die geluk heeft en een confrontatie met Woestijnbewoners overleeft, wacht vaak nog een groter gevaar: luchtspiegelingen. Dingen die je gaat zien door de hitte van de zon, wanneer je al dagen door het zand hebt geslenterd en je de uitdroging nabij bent. Je ziet ze dan vanuit je ooghoek verschijnen, dansend aan de horizon in de hitte: je eigen hersenspinsels die proberen om je te verleiden.

De meeste luchtspiegelingen zijn helaas geen oases of beelden van geliefdes. Ze hebben vaak iets naars en zijn misvormd. Dingen die verre van aantrekkelijk zijn. Naast verleidelijk zijn luchtspiegelingen ook verraderlijk. Wanneer je namelijk pech hebt, zijn het geen luchtspiegelingen die je ziet.

Jan