Blog

Vuur is iets waar geen gebrek aan is in een wereld vol draken. Het is voor alles en iedereen aanwezig, meestal op een ongewenste manier. Niet op de laatste plaats voor de draken zelf, gezien het rondvliegen met brandbare gassen in je lijf de nodige risico’s met zich meebrengt.

Door alle ellende die vuur veroorzaakt, wordt weleens vergeten dat het ook voor veel goeds zorgt. Het kan bescherming bieden, licht in het duister maken en het kan levens redden. In de juiste handen kan vuur wonderen verrichten. Het vervelende is helaas dat het geen perfecte wereld is. Vuur komt regelmatig in de verkeerde handen terecht, of komt, in het geval van mijn boek, uit de verkeerde kaken en neusgaten.

Naast de vernietigende kracht die vuur kan uitoefenen, is er nog een randverschijnsel dat voor velen bijna nog dodelijker is dan het vuur zelf: mensen en wezens die gewichtig over vuur doen. Vergelijkbaar met iets té fanatieke brandweermannen die maar niet over vuur uitgepraat raken. Vuur wordt door sommigen van hen gezien als iets goddelijks, iets dat leeft en een eigen wil heeft. Dat is natuurlijk niet helemaal vreemd: vuur heeft zuurstof nodig, kan groeien en eindigen. Maar om er nou complete religies aan te wijden en vuur te aanbidden, dat is weer een paar stappen verder.

De wereld en haar bewoners hebben zich allemaal op hun eigen manier aangepast aan draken en hun vuur. Ze hebben ermee leren leven. Woningen zijn meestal brandwerend of op plekken gebouwd waar draken onmogelijk bij kunnen komen. En de bewoners zelf hebben bijzonder creatieve dingen ontwikkeld om zich tegen vuur te wapenen. Veel dingen zijn logisch en praktisch, maar er zijn ook dingen… die niet bepaald alledaags zijn. Ze zijn mysterieus, om dat vage woord maar weer eens te gebruiken.

Jan

Je hebt van die stadjes waar de tijd niet aardig voor is geweest. Plaatsen die ooit ongekend mooi waren en welvaart kenden, maar die door het verstrijken van de tijd zijn veranderd in ruïnes. Ze zijn nauwelijks nog herkenbaar voor iemand die zo’n stad in zijn hoogtijdagen heeft gezien. Het zijn vage schimmen geworden van dat wat ooit was. Plekken waar niemand graag lang rondhangt.

Turah is een stadje dat tot deze categorie steden behoort. Het was ooit een gezellig en druk handelsstadje, dat het vooral van reizigers moest hebben. Turah was namelijk het laatste stadje aan de rand van een immense woestijn. Mensen en andere wezens die het waagden om de woestijn over te steken, sloegen in Turah altijd proviand in voor de grote oversteek. Of ze kwamen uitgeput na een lange tocht door de woestijn in Turah aan, om in één van de vele herbergen te overnachten en weer op krachten te komen. Een goudmijn dus voor verkopers en herbergiers.

De stroom reizigers eindigde vrij abrupt, toen de familie Adalgar (daar heb je ze weer) hun oorlog naar de Bovenwereld verplaatste. Turah lag van de ene op de andere dag op een route voor troepen die marcheerden en vernietigden. De doorsnee reiziger besloot om via andere routes te gaan reizen en dat betekende de doodsteek voor Turah. Het stadje raakte in verval en de natuur kreeg vrij spel. Door de jaren heen werd de stad door de natuur terug geclaimd. Klimop, onkruid en andere wilde planten erfden de stad.

Turah is een stadje dat tegenwoordig nog steeds wordt vermeden door reizigers die zichzelf als verstandig beschouwen. Toch ken ik een paar mensen die waarschijnlijk maling hebben aan wat andere reizigers doen of vinden. Een groepje ongeregeld dat zomaar in Turah terecht zou kunnen komen. En of ze wel of niet verstandig zijn, is ook iets wat nog openstaat voor discussie.

Jan

Een Apocalyps is vrij vervelend. Er sterven mensen, spullen gaan kapot en het klimaat wordt er ook niet beter op. Het zou ook verschrikkelijk zijn als bijvoorbeeld koffie dan helemaal van de aardbodem verdwijnt. Als koffiegebruiker is dat iets wat ik eigenlijk niet wil en kan geloven.

Koffie is daarom één van de dingen die niet vergaan is in de wereld van het boek. Het is een stuk schaarser geworden, maar het wordt nog steeds verbouwd en gedronken. En je komt het op de vreemdste plekken tegen. Het kan zijn dat je bijvoorbeeld op een plek komt diep onder de grond, in the middle of nowhere, waar ze niets anders hebben dan koffiebonen, water en mokken.

De bonen worden meestal op primitieve wijze tot koffie vermalen, maar er zijn ook plekken waar men nog werkende koffiezetapparaten heeft. Machines die eeuwenoud zijn, maar nog steeds werken, doordat ze met respect en liefde behandeld worden door de gebruikers.

Koffie is voor de meeste mensen, die het zich kunnen veroorloven, nog steeds vaste prik in de ochtend. Net als in onze wereld helpt koffie de gebruiker op de eerste plaats met wakker worden. En dat is maar goed ook. Je wilt namelijk geen krijger tegenkomen voordat hij zijn dagelijkse dosis koffie heeft gehad in de ochtend. Iets wat ook geldt voor beginnende schrijvers.

Jan

Ken je de familie Adalgar nog? Die familie die overal hun stempel achterlaat? Natuurlijk wel, ik heb een tijdje terug nog een complete blog gewijd aan hun familiewapen. Dit keer een blog over het lievelingsboek van één van de Adalgars.

Er is namelijk een Adalgar die bijna elke dag hetzelfde boek leest. Laten we hem voor het gemak even de Gretige Lezer noemen. Hij kent zijn favoriete boek van a tot z en iedere keer als hij het boek uit heeft, begint hij gewoon weer opnieuw. Natuurlijk is er niets mis met het hebben van een favoriet boek, maar wanneer het een eeuwenlange obsessie wordt, is het ongezond. En dat is nog zacht uitgedrukt.

Het boek zelf ziet er ook ongezond uit: het is in een verre staat van ontbinding. Het ding is oud en zo erg versleten dat het bijna uit elkaar valt. Het ruikt ook muf. Toch is het boek nog steeds vrij goed te lezen. Het heeft de tand des tijds doorstaan, op wat littekens na, maar dat is nu eenmaal onontkoombaar. Niets kan zonder kleerscheuren ontsnappen aan de tijd.

De Gretige Lezer heeft een haat-liefdeverhouding met zijn favoriete boek. Hij houdt van de kennis die het boek hem geeft, maar de inhoud frustreert hem ook. Het staat volgens hem vol met tegenstrijdige adviezen en vooral veel geslijm. ‘Nederig gezever,’ zoals de Gretige Lezer het zelf noemt. Hij vloekt dan ook regelmatig op het boek terwijl hij het leest. Iets waar niemand uit zijn omgeving nog van opkijkt.

De Gretige Lezer heeft ook een favoriete quote. Een zin die hem altijd aan het lachen maakt, maar ook geruststelt. Het is een zin die alles zegt over wat hij voor iemand is. Hij spreekt de zin regelmatig hardop uit, vaak zonder dat hij er erg in heeft. Meestal ’s nachts, wanneer hij de slaap niet kan vatten en naar het plafond ligt te staren.

‘Iedereen ziet wat u schijnt te zijn,’ zegt hij dan tegen zichzelf in de duisternis. Hij laat vervolgens bewust een pauze vallen in de zin en grijnst. ‘Maar weinigen weten wat u werkelijk bent.’

Jan

Ik heb een zwakke plek voor koppige personages, niet op de laatste plaats omdat ik het zelf ook ben. Ik vind het geweldig om iemand neer te zetten die standhoudt, terwijl de kansen op succes zo goed als nihil zijn. Mensen die elke keer weer opstaan en doorgaan, hoe vaak ze ook uit het zadel vallen. Ook al betalen ze soms een hoge prijs voor die koppigheid, ze geloven in iets en wijken daar geen centimeter voor. Natuurlijk is koppigheid tegelijkertijd ook een grote zwakte, maar het geeft iemand wel karakter, een doel waar hij in gelooft.

In Gevleugelde Duisternis zit een personage dat de overtreffende trap van koppig zijn heeft bereikt. Het is een personage dat geen grote rol speelt, maar wel een belangrijke representatie is van de bewoners en hun mentaliteit. Het personage in kwestie heeft een boerderij aan de rand van de wereld. Op zich niets vreemds zou je zeggen, ware het niet dat hij een boerderij heeft in een post-apocalyptische wereld vol draken en andere gedrochten.

De locatie van zijn boerderij is ook vrij ongelukkig gekozen. Die ligt vlakbij een gigantische tunnel die toegang biedt tot de Onderwereld, waar ik in mijn vorige blog al iets over verteld heb. Dat betekent veel volk en nog meer problemen. Zijn boerderij wordt dan ook regelmatig geplunderd of in brand gestoken.

Een normaal mens had dus al lang zijn biezen gepakt, maar dit personage niet. Hij laat zich niet van zijn stuk brengen door zulke gebeurtenissen. Hij gaat stug verder met zijn leven en plaatst gewoon weer nieuwe gewassen. Dat gaat al jaren zo. Het personage gaat zelfs zover in zijn koppigheid, dat sommige draken hebben besloten om hem met rust te laten. Niet uit bewondering, maar uit medelijden.

De grens tussen het personage bewonderen of afschilderen als compleet gestoord is vrij dun. Maar dat is denk bij veel mensen die geloven in iets wat voor anderen onbereikbaar of hopeloos lijkt. Zolang er maar één persoon is die er wel in gelooft, lijkt het mij helemaal niet zo gek om een boerderij te beginnen tussen de draken. Ik heb weleens vreemdere dingen gezien.

Jan