Geplaatst op 13:30h
in
Geen categorie
Stel je eens een kleine kamer voor in een donkere kelder van een boerderij. Een kamer die twaalf jaar dicht is geweest. Met een massieve deur van staal en meerdere, zware sloten. Terwijl de wereld vrolijk doorgaat buiten wacht de inhoud van deze kamer geduldig af. De eigenaar van de kamer passeert de deur sporadisch wanneer hij in de kelder moet zijn. Hij negeert deze vaak, maar dat lukt niet altijd. Soms werpt hij er een vluchtige blik op. De gedachte die volgt na een dergelijke blik is vrijwel altijd dezelfde: hij hoopt vurig dat hij de deur nooit meer hoeft te ontgrendelen. In zijn hart weet hij echter wel beter. Vroeg of laat gaat die deur weer open. Slechts een kwestie van tijd.
Helaas voor Yorick Novak is de tijd aangebroken om de deur te ontgrendelen wanneer we hem weer ontmoeten in De laatste Adalgar, het vervolg op Gevleugelde Duisternis. Precies twaalf jaar nadat hij en zijn vrienden de familie Adalgar naar de eeuwige jachtvelden stuurden. De inhoud van de kamer? Een zware kluis die in het gewapend beton van de keldervloer zit verankerd, waarin slechts drie voorwerpen liggen: Yoricks revolver en twee oude boeken, waaronder een bijzonder exemplaar dat gebonden is in donkerrood leer met de graveerde letters GD op de kaft.
Het is het begin van een avontuur waarin Yorick voor nieuwe gevaren en lastige keuzes komt te staan. Oude en nieuwe vrienden passeren de revue in het verhaal en Yorick ontdekt meer over zijn mysterieuze verleden. En dan is er ook nog een Adalgar die in leven blijkt te zijn, waaraan het boek zijn titel dankt. Wie en waarom? Dat ga ik niet verklappen.
Natuurlijk is het allemaal vervelend en tragisch voor die arme Yorick. Ik gun het hem zo om zijn gezinsleventje in alle rust voort te kunnen zetten op zijn boerderij. (En ja, hij brouwt inmiddels zijn eigen bier, niet onverdienstelijk moet ik zeggen.) Maar stiekem vind ik het net iets leuker om Yoricks leven overhoop te gooien en hem het vuur aan de schenen te leggen de komende jaren.
Nu deze kleine tip van de sluier is opgelicht – het tweede boek speelt zich twaalf jaar later af, voor wie het nog niet heeft begrepen – ga ik weer verder met schrijven. Het is ontzettend leuk om in het gezelschap van oude bekenden te zijn.
Tot een volgende blogpost!
Jan