Auteur: Jan

Mooie dingen hebben scherpe randen. Een uitspraak die regelmatig te horen is en vaak ook waar is. De natuur heeft zo haar redenen om mooie dingen te voorzien van scherpe randen, alsof het één niet zonder het ander mag bestaan. De prijs van schoonheid, om het zo maar even lekker diepzinnig te noemen.

Laten we voor het gemak de roos als voorbeeld nemen. Het is een mooie bloem, die al eeuwen symbool staat voor de liefde en op Valentijnsdag gegeven wordt door mensen die geen zin hebben om de originaliteitsprijs te winnen. Allemaal heel leuk en romantisch, maar als je niet oplet, haal je je handen open aan de doorns. Het zijn rotdingen, maar dat is ook hun levensmissie: ze vormen een effectief verdedigingsmechanisme. Eigenlijk best vreemd om je geliefde iets cadeau te geven waaraan hij of zij zich lelijk kan bezeren, maar dat terzijde.

Wat bij het grote publiek niet bekend is, is dat er ook rozen bestaan, die gemaakt zijn met als doel dat iemand zich aan hen verwondt. Rozen die op ongebruikelijke wijze groeien, diep onder de grond. Ze zijn er al eeuwen en lijken het eeuwige leven te hebben.

Er zijn ook mensen, en andere levensvormen, die denken dat ze er altijd zullen zijn. Individuen die beschikken over een onnatuurlijk lange levensspanne en zich verheven voelen boven alles en iedereen. Het klinkt ook mooi, een lang leven, maar net als bij de roos, zitten er scherpe uitsteeksels aan het vermogen om zo goed als onsterfelijk te zijn. Alles heeft immers zijn prijs en er is een ongeschreven regel, die op iedereen van toepassing is, hoelang hij of zij ook leeft: niemand ontsnapt aan de tijd zonder kleerscheuren.

Jan

Woestijnen zijn gevaarlijke plaatsen, ook in het boek. Net als de meeste woestijnen in onze wereld, zijn het kilometerslange zandvlaktes waar het overdag ondraaglijk heet kan worden en waar de temperatuur ‘s nachts tot ver onder het vriespunt daalt. En er is verder ook vrij weinig te beleven, afgezien van reizigers die spoorloos verdwijnen.

De woestijnen in Gevleugelde Duisternis zijn ook niet helemaal verlaten. Er zijn wezens, die in de volksmond Woestijnbewoners heten, die leven van reizigers. Letterlijk. Het zijn roofdieren en aaseters, die zich schuilhouden in ondergrondse stelsels en zich razendsnel kunnen verplaatsen in los zand.

Aan water heb je dus niet genoeg als je een woestijn wilt doorkruisen. Je moet ook tot de tanden toe bewapend zijn en niet achteraan hebben gestaan toen de hersenen werden uitgedeeld.

De reiziger die geluk heeft en een confrontatie met Woestijnbewoners overleeft, wacht vaak nog een groter gevaar: luchtspiegelingen. Dingen die je gaat zien door de hitte van de zon, wanneer je al dagen door het zand hebt geslenterd en je de uitdroging nabij bent. Je ziet ze dan vanuit je ooghoek verschijnen, dansend aan de horizon in de hitte: je eigen hersenspinsels die proberen om je te verleiden.

De meeste luchtspiegelingen zijn helaas geen oases of beelden van geliefdes. Ze hebben vaak iets naars en zijn misvormd. Dingen die verre van aantrekkelijk zijn. Naast verleidelijk zijn luchtspiegelingen ook verraderlijk. Wanneer je namelijk pech hebt, zijn het geen luchtspiegelingen die je ziet.

Jan

Je zou zeggen dat er veel drakendoders zijn in een wereld vol draken, werk zat immers, maar het is helaas geen populair vak. De meeste mensen die het wagen om het tegen een draak op te nemen, kunnen het niet navertellen. Degenen die het wel overleven, slaan meestal op de vlucht en krijgen de draak achter zich aan, met als gevolg dat het beest alles in de directe omgeving platbrandt ter vergelding. Iets wat ook niet echt opschiet en wat de held bij zijn naasten ook niet populair maakt.

Het grootste probleem bij aspirant drakendoders is onkunde. Ze doen maar iets, in de hoop een keer geluk te hebben. Je kunt het vergelijken met de mensen die probeerden om te vliegen in de 19e eeuw: de meesten hadden geen idee waar ze mee bezig waren.

Er zijn uiteraard uitzonderingen: zo is er een drakendoder met een beruchte reputatie, die heel goed weet waar hij mee bezig is. Iemand die nog jong is, maar desondanks al jaren ervaring heeft. Hij was nog geen twaalf, toen hij zijn eerste draak uit de lucht schoot. En naarmate hij opgroeide, perfectioneerde hij de kunst van het doden.

Gezien bijna niemand hem ooit in levenden lijve heeft gezien, heeft hij een mythische reputatie opgebouwd. Men speculeert graag over deze drakendoder rond het kampvuur. Zo zou hij met zijn blote handen meer dan 50 draken gedood hebben en hun harten rauw hebben opgegeten. Een flinke maaltijd, gezien een gemiddeld drakenhart tussen de 15 en 20 kilo weegt.

Deze drakendoder schijnt op een verlaten plek te wonen, midden in een ondergronds moeras. Een plek die doorgaans gemeden wordt door draken en Drahgûlia. Soms zijn er echter idioten die het wagen om het moeras te betreden. Meestal jonge draken of Drahgûlia, die onder de noemer alfamannetjes vallen. Pompeuze hufters die denken dat ze roem krijgen na het doden van de legendarische drakendoder. Vaak komen deze types niet verder dan het begin van het moeras, voordat ze zelf worden geveld.

Aan de rand van het moeras is door de jaren heen dan ook een onnatuurlijk kerkhof ontstaan, iets wat de meeste avonturiers afschrikt. Toch heeft de bewoner van het moeras nog de moeite genomen om een extra maatregel te treffen: het plaatsen van een geschreven boodschap. Een boodschap die bestaat uit slechts 2 woorden in de Oude Taal: Vrel dwuart. Wees gewaarschuwd.

Wellicht nog de moeite waard om te vermelden dat deze boodschap niet op een traditioneel bord staat, maar op iets anders.

Jan